Opperhoofd.
Dat vindt hij wel grappig.

Mijn collega Lisa geeft me een schop onder de tafel. Ik knipoog terug. Want ja, als onze baas zichzelf opperhoofd noemt, wat zijn wij dan? Marketingindianen? Contentkrijgers?

Ammenooitniet, denken we.

De brainwave van mijn baas zet me aan het denken. Ik zie op LinkedIn ook regelmatig fancy functietitels voorbijkomen. Waar komt dat verschijnsel vandaan?

Hoe zijn we gekomen van verkopers tot sales jedi’s?
De trend is overgewaaid uit de VS. Techbedrijven als Google en Chrome introduceerden de product evangelist, de developer advocate en de brand warrior. Sindsdien heeft het fenomeen zich verspreid over de wereld. 

In een tijd waarin bedrijven vechten om de aandacht van werkzoekenden halen we alles uit de kast. We willen dat Tess van 26 jaar ons leuk en hip vindt. We paaien haar met pingpongtafels, met lunches met desembrood en humus, en met yogalessen onder werktijd.

En we hopen dat we haar aandacht grijpen als ze leest dat we op zoek zijn naar een influencer goeroe.

Bedrijven spelen dus met functietitels om werkzoekenden te trekken?
Ja. En het is een marketingmiddel. Met speelse functietitels laat je zien dat je bedrijf buiten de lijntjes kleurt. 

Moeten we dan massaal over naar creatieve functietitels?
Alsjeblieft niet.

Tuurlijk, zo’n kekke naam kan geinig zijn. Dat Pieter Zwart, de oprichter van Coolblue, zichzelf een tijdlang eindbaas noemde, was een schot in de roos. Het paste bij het bedrijf dat ‘alles doet voor een glimlach’. En die titel liet er ook geen onduidelijkheid over bestaan wat zijn rol was.

Maar verder zorgen die modieuze namen voor een bak verwarring. Want wat doet een technology lord precies? Begrijpt een administratiemedewerker dat zij dé kandidaat is voor de functie van verloningskoning? En is er ook maar één marketeer die googlet naar een vacature voor een brand evangelist?

Nee.

En zeg nou zelf. Het is toch ook tenenkrommend? Stel dat je je als ervaren financieel manager moet introduceren als accountings ninja. Dat is toch net zo gênant als Sinterklaas die de burgemeester een klap op haar bil geeft? 

 
Wat is dan wél de juiste functietitel? In 5 stappen
In het voorbeeld ga ik er vanuit dat je op zoek bent naar een Tess voor marketing.

1: zorg dat je de functie scherp hebt
Wordt Tess een manusje van alles? Gaat ze zich ontfermen over je social mediakanalen? Of moet ze je marketingstrategie bedenken? 

 
2: maak de titel specifiek
Gaat Tess zich bezighouden met direct mails, dan is de functietitel marketingmedewerker te algemeen. Specifieker is: e-mailspecialist.

3: kies een begrijpelijke functietitel
Jíj weet misschien wat die woordkunstenaar gaat doen. Tess niet. Maar zij weet wél wat je verwacht van een copywriter.

4: maak in de titel duidelijk wat het niveau van de functie is
Ben je op zoek naar een junior of een senior? Wordt Tess een assistent of een manager? Gebruik de functietitel om verwachtingen te managen.

5:  Check of de titel die je kiest er één is waar sollicitanten op zoeken
Tess zoekt op Google en LinkedIn niet naar een vacature voor social wizard. Ze zoekt wél op social media beheerder of contentspecialist.

Dus:
Gaat Tess zich binnen je bedrijf richten op je vindbaarheid in zoekmachines? En heeft ze een marketingspecialist als leidinggevende? Dan kan junior SEO-specialist de juiste functietitel zijn.

Nee, dat is niet zo fancy. Maar in de vacaturetekst heb je nog genoeg ruimte om met je toverstaf rond te zwiepen. 

​

​